• darkblurbg
    Bent u op zoek naar begeleiding of hulp voor uw kind?
  • darkblurbg
    Heeft uw kind leer- en gedragsproblemen?
  • darkblurbg
    Heb je als jongere het gevoel vast te lopen?
  • darkblurbg
    Heeft u vragen over de opvoeding of ontwikkeling van uw kind?
  • darkblurbg
    Als ouder of school hulp op of bij school nodig?
  • darkblurbg
    Heeft uw kind moeite met sociale contacten?

Een grote groep kinderen heeft een bijzondere gave: het zijn beelddenkers! Zij denken niet in woorden, maar in beelden. Daarom wordt het lesmateriaal niet begrepen en onthouden. Vaak hebben kinderen die beelddenken een leerachterstand of denkt men aan dyslexie. Bijles helpt niet of nauwelijks omdat er dan nog meer schoolwerk op ‘foute’ wijze wordt aangeboden. Bij de training Beelddenken wordt de lesstof op de juiste manier aangeboden, aansluitend op de voorkeur voor visueel leren. School wordt ineens leuker en makkelijker!

Is je kind een beelddenker?

  1. Kan jouw zoon of dochter goed puzzelen?
  2. Houdt je kind veel van de TV en/of spelcomputer?
  3. Speelt je kind graag met constructiespeelgoed (Lego e.d.)?
  4. Heeft je kind een levendige verbeelding en kan daardoor op gaan in zijn/haar fantasiewereld?
  5. Wordt hij/zij makkelijk afgeleid?
  6. Moet je instructies vaak herhalen voordat taken worden  uitgevoerd?
  7. Heeft je kind laat leren lopen?
  8. Wiebelt hij/zij veel?
  9. Eerst doen en dan pas denken?
  10. Is hij/zij overweldigend aanwezig op verjaardagen en in pretparken? (Na eerst de kat uit de boom te hebben gekeken.)
  11. Denkt je kind erg zwart-wit?
  12. Is hij/zij erg perfectionistisch, die niet graag faalt (gevoelig voor kritiek)?
  13. Wint je kind graag en is het een slechte verliezer?
  14. Herinnert hij/zij gebeurtenissen gedetailleerd (zelfs van jaren geleden)?
  15. Heeft je kind problemen met het vasthouden van een pen, slecht handschrift?
  16. Heeft je kind een allergie, last van astma of veel oorontstekingen (gehad)?
  17. Heeft je kind een goed gevoel voor humor (creatieve woordspelingen)?
  18. Moeten de etiketten uit kleding geknipt worden? Draagt hij/zij graag zachte stoffen en heeft hij/zij bijvoorbeeld een hekel aan harde knoopjes (hoogsensitief)?

Heb je 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ beantwoord? Dan is jouw kind waarschijnlijk een beelddenker. Aan de hand van een positieve uitkomst kun je samen bespreken of hij of zij zich herkent als beelddenker en dus een voorkeur heeft voor visueel leren.

 

Is mijn kind een beelddenker of niet?

De meeste ouders herkennen hun kind direct bij het beantwoorden van bovenstaande vragen. Deze lijst benadrukt met name de drukke kant van beelddenkers. Er zijn daarentegen ook veel beelddenkende kinderen die juist rustig zijn. Ieder mens is anders en uit zich ook anders. Zo zijn er al drie type beelddenkers (gevoelsmens, creatieve geest, rechtlijnige beelddenker) en alle mogelijke varianten van deze verschillende karaktereigenschappen.

 

Ieder mens is uniek. Er bestaat geen specifiek type beelddenker

Beelddenkers herkennen zich bijna altijd in meer dan één van onderstaande types:

  • de creatieve beelddenker (vaak voorkeur visualiseren lesstof)
  • de dromerige beelddenker (vaak voorkeur visualiseren of fotograferen lesstof)
  • de rechtlijnige beelddenker (vaak voorkeur fotograferen lesstof)

Gelukkig zie je direct of deze leermethode werkt. Een beelddenker spelt een woord met gemak van voor naar achter en van achter naar voor. Dat lukt alleen als je het woord kan visualiseren. Altijd proberen! Want als je zoon of dochter in beelden denkt, wordt het leren opeens een stuk makkelijker. Bij twijfel kun je altijd contact opnemen.

Note: Een beelddenker hoeft geen leerproblemen te hebben. Ook hoogbegaafde leerlingen hebben vaak een voorkeur voor visueel leren. Deze groep heeft het compensatievermogen om de reguliere lesstof eigen te maken. Toch zie je vaak automatiseringsproblemen of een vorm van dyslexie bij deze slimme leerlingen.

 

Lesstof beter laten aansluiten op beelddenkers

De leermethodes in het reguliere onderwijs sluiten niet aan bij alle denkwijzen. Logisch, want de meerderheid van de mensen (±95%) leert auditief digitaal (via het gehoor). Slechts een kleine groep leert visueel. Bij ‘Ik leer anders’ leer je hoe je de lesstof vertaalt naar beelden. Hiermee krijgt de beelddenker grip op het opslaan, verwerken en onthouden van de aangeboden lesstof. Direct resultaat. Doordat we de lesstof op de juiste manier aanbieden aan de leerling, kan hij of zij direct vertellen of deze leermethode werkt. Dus geen eindeloos traject zonder resultaat. Tijdens de eerste sessie kunnen leerlingen met bijvoorbeeld een taalprobleem, woorden foutloos spellen. Van voor naar achter, maar ook van achter naar voor. Simpelweg omdat ze het woord als woordbeeld hebben opgeslagen.

Iedereen gebruikt het zelfde informatieproces:

  • opnemen
  • verwerken
  • opslaan/onthouden
  • gebruiken

Per persoon verschilt de voorkeur van het opnemen, verwerken en onthouden van de informatie (informatiesysteem):

  • horen (auditief)
  • voelen (kinetisch)
  • denken (auditief digitaal)
  • zien (visueel = beelddenken)

Denk aan het woord stoel. Wat zie je?
Zie je de letters S-T-O-E-L (auditief digitaal)
of zie je een plaatje van een stoel? (visueel).
Zie je een plaatje? Lees dan vooral verder!

Woorddenken – beelddenken

Denk eens aan het woord ‘HUIS’. Velen zien dan de letters H-U-I-S in hun gedachte. Anderen zien echt een plaatje van een huis. Compleet met schoorsteen en rookwolkjes. Mensen die beelddenken moeten het beeld vervolgens omzetten naar taal. Dit kost tijd. Op school heb je dus meer tijd nodig om een dictee of proefwerk te maken. Ook kunnen beelden de aandacht afleiden omdat ze een eigen leven gaan leiden. Uit het huis komt een mannetje dat zijn hond uit gaat laten…. enz.

Een woord, meerdere betekenissen

Op jonge leeftijd is het moeilijk te begrijpen dat er verschillende beelden bij hetzelfde woord horen. Ook andersom. “Dit is een meeuw.” “Nee, mama, het is een vogel!”
Nieuwe informatie moet aansluiten bij de informatie in het geheugen. Of je moet bewust een nieuw vakje aan maken in het hoofd.

De meeste woorden kun je visualiseren: hond, huis, lopen enz. Het gelezen woord kan worden omgezet in een beeld. Dit kost tijd. Wanneer een beelddenker schrijft, moeten alle beelden worden omgezet in taal. Een examen neemt dus meer tijd in beslag.

Beelddenken en “Lege” woorden

Bij een aantal woorden kan je geen beeld oproepen: geen, niet, de, het, een, omdat, die, dat, hulpwerkwoorden, enz. Een beelddenker onthoudt beelden. Dus hoe moet je een woord onthouden als er geen beeld bij hoort?! Deze woorden zeggen je niks en tijdens het lezen sla je deze woorden waarschijnlijk over. Begrijpend lezen is dan ook een probleem. Zeker bij vragen op het examen als: Waar slaat het woord ‘omdat’ op. Tijdens de training ‘Ik leer anders’ slaan we al deze woordjes op als plaatjes. Lezen gaat daarna een stuk makkelijker!

“Maak je t-shirt niet vies!”

Hoe ziet een “niet vies” t-shirt eruit?

 

Beelddenken en dyslexie

Beelddenkers zien letters als losse plaatjes. Volgens kleine kinderen: “De letters zijn bijna allemaal hetzelfde want b = d = p = q”. Klanken worden daarom niet op juiste wijze aan deze plaatjes gekoppeld.

Als beelddenkers lezen, slaan ze vaak de woorden zonder beeld over: de, het, dat, hulpwerkwoorden enz. Als ze stil lezen, kunnen ze dus heel snel lezen. Het leesproces komt bij deze leerlingen pas op gang als ze woordbeelden hebben gevisualiseerd. Ook bij beelddenkers met dyslexie.

Moeite met taal? Na de training ‘Ik leer anders’ kan je bijna altijd direct sneller hardop lezen (1 of 2 niveaus) en woorden (dictee) leer je onthouden via woordbeelden.

 

Beelddenken en dyscalculie

Het inzichtelijk rekenen heeft de afgelopen jaren veel problemen opgeleverd voor de beelddenker in de klas. De opbouw van deze lesstof bestaat uit losse stukjes en niet top-down vanuit een totaalbeeld. Soms wordt gesproken over dyscalculie.

Cijfers zijn abstract, dat maakt rekenen moeilijk. Of beelddenkers blinken juist uit in rekenen, doordat ze het zien als puzzelen!

Veel beelddenkers leren fonetisch (op klank). Vijfentwintig, je hoort eerst de vijf en dan pas de twee. Toch schrijf je 2-5. Vaak schrijven ze eerst de vijf en dan de twee ervoor. Of op jonge leeftijd: 5-2.

Cijfers staan bij beelddenkers vaak niet achter elkaar, het zijn losse plaatjes. 28 klinkt hoger dan 30 (30 is een drie met een nul, drie dus).

Leren rekenen gaat makkelijker met behulp van het cijferveld (totaalbeeld). Tafels kun je automatiseren door visueel op te slaan met deze leermethode. Breuken vermenigvuldigen, delen, optellen of aftrekken, komen aan bod tijdens de training. 

Uitspraak Lucas 11 jaar beelddenker, autisme en hoogbegaafd:

” Dus als wij in de meerderheid waren geweest, hadden die andere mensen een handicap of diagnose gekregen.”

(Bron: ikleeranders.nl/beelddenken)

 

Klik hier voor aanmelding, geef als onderwerp “aanmelding Beelddenken”.